Nieuw Licht op het Cannabisbeleid: Een Interview met Margriet van der Wal
In een recente aflevering van de Cannabiskenners podcast sprak ik met Margriet van der Wal, een voormalig coffeeshoponderneemster uit Breda en medeoprichter van de Vereniging van Actieve Bredaanse Coffeeshopondernemers. Het gesprek werpt een nieuw licht op het cannabisbeleid in Nederland, de uitdagingen en de toekomstperspectieven van de branche.
De Coffeeshop als Concept
Margriet van der Wal legt uit dat de coffeeshop voortkomt uit het Nederlandse drugsbeleid en ten dienste staat van de scheiding der markten. Het doel is consumenten te beschermen en te voorkomen dat zij hun cannabis op een gemengde markt moeten kopen. “Je kunt je eigenlijk afvragen of cannabis wel onder die drugs valt,” zegt van der Wal. “Het is toch apart. Wij menen dat je alcohol en andere drugs hebt, maar het is misschien beter om te zeggen cannabis en andere drugs”. Sinds 1976 is cannabis in de strafrechtelijke vervolging verlaagd, omdat onderzoek aantoonde dat cannabis een aanvaardbaar risico met zich meebrengt als genotsmiddel. Coffeeshops zijn geëvolueerd van een horeca-achtige gelegenheid naar een veilige plek waar mensen cannabis kunnen kopen. Van der Wal ziet de coffeeshop als een droge horecagelegenheid waar mensen op een veilige manier cannabis kunnen kopen.
Regels en Realiteit
Coffeeshops moeten zich houden aan een hele hoop regels. De basis van het coffeeshopbeleid zijn de zogenaamde AHOJG-criteria, opgesteld door de procureurs-generaal. “De A staat voor geen affichering, je mag geen reclame maken,” legt van der Wal uit. “De H staat voor geen harddrugs. De O van overlast. De J is van jeugdigen. En de G is van gram: men mag maximaal 5 gram per persoon per dag kopen”. Het I-criterium, dat niet in alle gemeenten geldt, staat voor het weren van niet-ingezetenen. Van der Wal benadrukt dat de regels vaak symboolpolitiek zijn. Zo wordt de hoeveelheid van maximaal 5 gram per persoon per dag niet geregistreerd en is de handelsvoorraad gelimiteerd tot 500 gram. “Dit is ook symboolpolitiek en uiteindelijk ook bedoeld om aan te tonen dat die gedoogde coffeeshops in Nederland geen groothandels zijn,” aldus van der Wal.
De Achterdeurproblematiek
Een groot probleem is de zogenaamde achterdeurproblematiek: de verkoop is gedoogd, maar de inkoop is illegaal. “Je mag die 500 gram hebben, maar die mag nergens vandaan komen,” zegt van der Wal. “De productie is illegaal, dus zorgt dat er ook voor dat de groothandel illegaal is”. Dit dwingt coffeeshops om zaken te doen met illegale kwekers. Hoewel de tendens bestaat dat criminele organisaties zich ermee bemoeien, stelt van der Wal dat het over het algemeen illegale kwekers zijn die de achterdeur van coffeeshops bevoorraden. Door de harde aanpak van kwekerijen zijn de risico’s groter geworden en zijn criminele organisaties ingestapt. “In principe heeft de overheid daarin, zou je kunnen zeggen, ontstaat er dan een markt waar grotere criminele organisaties heel makkelijk instappen,” aldus van der Wal.
Het Experiment Gesloten Coffeeshopketen
Om de achterdeurproblematiek op te lossen, is er het Experiment Gesloten Coffeeshopketen, waarbij Breda een van de deelnemende gemeenten is. Van der Wal ziet dit als een grote stap vooruit. In dit experiment mogen deelnemende coffeeshopondernemers een weekvoorraad houden. “Dat is ongeveer wat je op papier aan kunt tonen door de ervaring van jouw omzetten de afgelopen jaren,” legt van der Wal uit. Ze benadrukt dat het experiment in 2017 als een verrassing kwam en dat er sindsdien een commissie is samengesteld om de regels te ontwikkelen. Er zullen tien telers aan tien gemeenten leveren. “Het is niet dat het een vrije markt is,” zegt van der Wal. “Het is een manier omdat we dachten dat het stukken eenvoudiger zou zijn als je van de AHOJG een T erachter zou zetten van teeltvergunning, zodat je een gedoogde coffeeshop ondernemer vijf vergunningen zou verlenen om te telen om zijn achterdeur te bevoorraden”.
Kwaliteit en Controle
De kwaliteit van de cannabis is een belangrijk punt. Coffeeshops zijn zelf verantwoordelijk voor de controle van hun producten. “Er is geen instantie van de overheid die dat mag,” zegt van der Wal. “Je mag het niet controleren op de kwaliteit in een lab, want dat valt onder handelingen en dat mag dus niet”. Dit gaat veranderen in het experiment, waarbij iedere batch geanalyseerd wordt. “Daarin krijg je dan gegarandeerd een product wat vrij is van pesticide of tenminste zo’n minimaal,” aldus van der Wal. Ook het profiel, de CBD- en THC-gehaltes kunnen dan gecontroleerd worden. Van der Wal benadrukt dat sommige coffeeshops apparatuur hebben aangeschaft om synthetische cannabinoïden te kunnen controleren en dat ze elkaar informeren via appgroepen.
Vooroordelen en Politiek
Van der Wal vertelt dat er nog veel vooroordelen bestaan over coffeeshops, ook in de politiek. “Het is jammer, want er is zoveel onderzoek naar gedaan,” zegt ze. “Dat blijkt dat het aanvaardbare risico van cannabis klopt”. Ze vindt het moeilijk om met politici aan tafel te zitten die een dergelijke mentaliteit hebben. “Debatteer of discussieer zonder emoties en heb je vooronderzoek gedaan, heb je je goed voorbereid, kom je met bronnen, kom je met feiten en kom je hopelijk met elkaar in het midden,” aldus van der Wal. Ze geeft aan dat het vaak het einde van het gesprek is als ze alcohol onder de drugs noemt, omdat mensen zich dan beledigd voelen.
Nederland als Voorloper?
Nederland staat niet meer vooraan als het gaat om cannabisbeleid, vindt van der Wal. “We zijn nu al vier jaar bezig met het ontwikkelen van een wetexperiment,” zegt ze. “Canada heeft het gewoon volledig gelegaliseerd”. Ze geeft aan dat het eenvoudiger zou zijn om coffeeshops zelf een teeltvergunning te geven. Van der Wal ziet in Colorado het beste model, waarin de maten van de vergunningen verschillen. Ze vindt het jammer dat het zo lang duurt voordat alles staat. “De overheidmedewerkers uit Canada hebben ons ook gewaarschuwd: het zal een heel lang en moeizaam proces worden”.
De Toekomst van het Coffeeshopmodel
Van der Wal vindt het Nederlandse coffeeshopmodel het gezelligst en vindt de horeca-achtige sfeer belangrijk. “Het zou persoonlijke verarming zijn in die cannabiscultuur als je het alleen maar ergens in een dispensary mag afhalen,” zegt ze. Ze vindt het delen, het bij elkaar zitten en de sociale contacten belangrijk. Van der Wal vindt dat een cannabiscafé dezelfde maatschappelijke erkenning verdient als een regulier alcoholschenkend café. Ze benadrukt dat het coffeeshopmodel uniek is in Nederland en een onderdeel van het nationale drugsbeleid, de scheiding der markten.
De Corona Crisis
De coronacrisis was een bijzondere tijd voor de coffeeshops. Toen de lockdown werd aangekondigd, stonden er direct rijen mensen voor de coffeeshops. Van der Wal schreef naar het gemeentebestuur met het verzoek om de afhaalfunctie toe te staan. “Toen heeft men samen met de burgemeesters is er overleg geweest en heeft men de dag daarna besloten dat coffeeshops onder de factor essentieel vielen en dat die dus voor die afhalfuncties open mochten blijven,” aldus van der Wal.
Tabaksontmoediging
Sinds 2008 is er tabaksontmoediging in coffeeshops. Het roken van kruiden of pure wiet is wel toegestaan. Van der Wal benadrukt dat het lastig is om die cultuuromslag in één keer om te draaien. “Maar die tabaksontmoediging, vandaar ook dat edibles in het assortiment belangrijk zijn,” zegt ze. “Dat er pure jointjes verkocht worden, dat is ook belangrijk, want dat is gewoon de toekomst. We gaan toch naar een soort tabaksvrije generaties. Zitten er al middenin”.
Financiële Uitdagingen
Bankinstellingen zijn soms minder geneigd om met een coffeeshop in zee te gaan. Van der Wal vertelt dat de minister van Financiën heeft gezegd dat banken geen coffeeshops dienen te weigeren. Door de wet tegen witwassen en terrorismefinanciering (WWFT) zijn de coffeeshops wel gedupeerd. “Maar we zitten tegenwoordig met de invoering van de wet WWFT in Nederland. Dat is de wet tegen witwassen en terrorismefinanciering. En daarin heb je allerlei gedragscodes en handleidingen. En daar zijn de coffeeshops wel enorm door gedupeerd,” aldus Van der Wal. Door overleg zijn er dingen aan het kenteren en is er voortschrijdend inzicht gekomen bij de ministeries. Vanwege het feit dat er geen facturen aan de achterdeur zijn, is de marge vastgesteld op 100%, wat gecontroleerd wordt door de belastingdienst.
Lokale Verschillen
Er zijn lokale verschillen in het coffeeshopbeleid. Gemeenten kunnen kiezen voor een nuloptie en geen coffeeshops toestaan. Dit zorgt voor regiodruk op de gemeenten waar wel coffeeshops zijn. Van der Wal geeft aan dat de gemeenteraad het laatste woord heeft over het al dan niet openen van een coffeeshop. Ze vertelt dat er minder coffeeshops zijn dan vroeger, door de steeds strengere regels en controles. “Maar ja ook weer daar heeft de gemeente weer het het laatste woord in van willen we een coffeehop of niet,” aldus Van der Wal.
Tot Slot
Van der Wal hoopt dat het experiment succesvol zal zijn en dat het leidt tot landelijke legalisering. Ze benadrukt dat het niet alleen om regels gaat, maar ook om het product en de plant. “Het experiment heeft een begin en een einde, maar de intentie ligt in het al vanaf het begin dat het experiment natuurlijk van wetenschappelijke vorm een einde heeft,” zegt ze. Van der Wal sluit af met de woorden dat ze constant wil blijven opstaan en dat ze gemotiveerd is om op te komen voor onterechte zaken. Ze hoopt op een mentaalculturele verandering en wil dat een cannabiscafé dezelfde maatschappelijke erkenning verdient als een alcoholschenkend café.