Cannabisregulering in België: Een Politiek Dilemma
In een recente aflevering van de Cannabiskenners podcast sprak Sebastiaan Dewailly, lid van Open VLD en pleitbezorger van cannabisregulering, over de huidige stand van zaken rondom cannabis in België. Dewailly, die politieke wetenschappen studeerde en werkzaam is op het kabinet van een minister in de Franse gemeenschap, benadrukte dat cannabislegalisering een thema is dat hem nauw aan het hart ligt.
Het standpunt van Open VLD
Dewailly legde uit dat er binnen Open VLD verschillende standpunten bestaan over cannabis. “Bij de jongeren is het al tientallen jaren klaar en duidelijk dat we pro legalisering van cannabis zijn”. De moederpartij daarentegen, heeft een complexere positie. “Ik ga niet zeggen dat ze tegen zijn, maar ze zijn ook niet pro. Ze komen daar ook niet mee naar voren”. Hoewel sommige prominente figuren binnen de partij in het verleden voorstander waren van legalisering, is de partij als geheel terughoudend om hierin leiderschap te tonen.
Electorale drempels en conservatisme
Een belangrijke reden voor de terughoudendheid is volgens Dewailly electoraal. “Ik denk dat de reden puur electoraal is, omdat ze zelf aanvoelen dat bij de achterban leden die ook wat ouder zijn, dat een moeilijk standpunt is”. Hij vermoedt dat dit voortkomt uit een gebrek aan kennis over cannabis en de angst om kiezers te verliezen. “Ik denk dat dat puur en gewoon is omdat ze niet goed weten wat cannabis is. En dat is voor die mensen gewoon drugs. En drugs legaliseren is slecht”. Daarnaast spelen conservatieve waarden een rol, waarbij cannabisgebruik moreel wordt afgekeurd. Dewailly merkt op dat coalitie overwegingen met partijen zoals N-VA en CD&V, die tegen legalisering zijn, de mogelijkheden verder beperken.
Internationale evoluties en politieke moed
Ondanks de interne en externe weerstand ziet Dewailly een groeiend draagvlak voor cannabisregulering, mede door internationale ontwikkelingen. “Ik ben er ook zelf van overtuigd dat het een kwestie van tijd is voordat het in België komt. Want inderdaad die druk vanuit internationaal niveau, vanuit dan buurlanden of of allerlei andere landen komt toch wel steeds dichterbij”. Hij benadrukt dat het een kwestie van politieke moed is voor een partij om tegen de stroom in te gaan en het debat open te breken. “Ik denk dat het gewoon een kwestie van tijd is totdat een partij, dat ze nu links of rechts zijn, die politieke moed gaat hebben om in te gaan tegen de achterban of een zekere achterban”.
Het verkeerde debat
Dewailly stoort zich aan de simplistische manier waarop het cannabisdebat vaak wordt gevoerd. “Als het politieke debat daarover gaat over cannabis, dan schijnen er maar twee opties te bestaan. Ofwel bij de dealer ofwel in de supermarkt”. Hij pleit voor een meer genuanceerde benadering, waarbij er ruimte is voor een middenweg met strikte regulering en voorlichting. “Het is niet omdat je pleit voor de legalisering of de regulering met cannabis dat je gaat zeggen dat cannabis goed is en dat je iedereen gaat duwen om het te gebruiken”.
De rol van wetenschap
Dewailly benadrukt het belang van wetenschappelijk onderzoek bij het ontwikkelen van een effectief drugsbeleid. Hij stelt de vraag waarom de politiek niet meer luistert naar experts, zoals toxicologen, criminologen en economen, zoals dat wel gebeurde tijdens de coronacrisis. “Ik denk dat deze nu echt een momentum is om omdat men ja nog meer dan ooit naar naar het wetenschap eh naar de wetenschap luistert”. Hij pleit ervoor om beleid te baseren op objectieve feiten en pragmatische oplossingen, in plaats van ideologische overtuigingen. “Ik denk dat we bij thema’s zoals bij de Rugs ook puur pragmatisch moeten zijn en duren zoeken naar een oplossing”.
Doelen en volksgezondheid
Het uiteindelijke doel van cannabisregulering zou volgens Dewailly moeten zijn om de volksgezondheid te verbeteren en de criminaliteit te verminderen. Hij is ervan overtuigd dat een juridische omkadering met duidelijke regels voor productie, verkoop en gebruik een positieve invloed kan hebben. “Maar dat is uiteindelijk ook net om om een positieve invloed te hebben op vlak van volksgezondheid. Ook eh om politieke invloed te hebben op vlak van criminaliteit”. Dewailly wijst erop dat een verbod niet werkt, omdat het product toch beschikbaar is via illegale kanalen, wat leidt tot ongecontroleerde kwaliteit en winsten voor criminelen.
Consistentie in roesmiddelenbeleid
Dewailly kaart de hypocrisie aan in het huidige roesmiddelenbeleid, waarbij alcohol en tabak cultureel geaccepteerd zijn, terwijl cannabis wordt gedemoniseerd. Hij vraagt zich af waarom er bij alcohol gekozen wordt voor sensibilisering en preventie, terwijl cannabis rigoureus wordt verboden. “Er gaat nooit een politieker alcohol gaan verbieden. Eh dat zou totaal niet populair zijn. Mensen zal dat ook niet begrijpen. Eh ik denk ook niet dat we alcohol verboden moeten worden, hè. We moeten mensen responsabiliseren, sensibiliseren”. Dewailly pleit voor een consistent beleid waarbij alle roesmiddelen op een verantwoorde manier worden gereguleerd, met de focus op volksgezondheid en preventie.
De toekomst
Ondanks de uitdagingen is Dewailly optimistisch over de toekomst van cannabisregulering in België. Hij gelooft dat de druk vanuit het buitenland en een groeiend draagvlak binnen de samenleving uiteindelijk zullen leiden tot een verandering in het beleid. Hij wijst op de mogelijkheid om via een petitie in het parlement het onderwerp op de agenda te zetten, maar erkent dat het moeilijk is om de benodigde 25.000 handtekeningen te verzamelen. Dewailly ziet Portugal als een inspiratiebron voor een humane en effectieve aanpak van drugsbeleid, met de nadruk op decriminalisering en preventie. Hij hoopt dat België snel volgt en een pragmatische en wetenschappelijk onderbouwde aanpak omarmt.