Magda Aelvoet over Cannabisbeleid: Van Gedogen naar Legalisering
In een recent interview met de Cannabiskenners-podcast blikt Magda Aelvoet terug op haar tijd als minister van volksgezondheid en het drugsbeleid dat ze probeerde te hervormen. Ze deelt haar ervaringen, de uitdagingen en haar visie op de toekomst van het cannabisbeleid.
Aanleiding voor een Nieuw Drugsbeleid
De aanleiding voor het herzien van het drugsbeleid kwam voort uit de portefeuille van volksgezondheid die Aelvoet beheerde. “We waren van oordeel dat er iets moest veranderen op het vlak van drugsbeleid dat tot nog toe gevoerd werd,” legt Aelvoet uit. Een belangrijke factor was de nauwe link tussen drugsproblematiek en geestelijke gezondheidszorg. Een medewerker op haar kabinet, die ervaring had in de geestelijke gezondheidszorg en met drugsverslaafden werkte, speelde hierin een cruciale rol. Daarnaast kon Aelvoet voortbouwen op een rapport van een parlementaire werkgroep uit 1997, waarin al aanbevelingen werden gedaan om het drugsbeleid nader te onderzoeken.
De Beleidsnota en de Reacties
Het kabinet werkte een grondige beleidsnota uit, die ongeveer honderd bladzijden besloeg. In januari 2001 kon de regering een beslissing nemen over de nota als geheel. Aelvoet merkt op dat de media vooral gefocust waren op het veranderde beleid ten aanzien van cannabis. “Wat mij enorm is tegengevallen is dat in de reactie van de media er nauwelijks iets gezegd werd over de globale nota, maar dat het enige waarop men inzoomde, en vaak op een heel negatieve manier, verdraaiende manier, het veranderd beleid ten aanzien van cannabis was,” aldus Aelvoet. Ze hekelt de verdraaide en negatieve berichtgeving, waarbij onmiddellijk verhalen de ronde deden over volledige legalisering en een uit de hand lopende situatie.
Verzet en Verdeeldheid
Het verzet tegen het nieuwe beleid kwam niet alleen van de oppositie, maar ook van parlementsleden van de meerderheid. Vooral de focus op cannabis stuitte op weerstand, uit angst dat jongeren zouden worden aangezet tot meer gebruik. Aelvoet herinnert zich dat de toenmalige minister van Justitie, Verwilghen, het er duidelijk moeilijk mee had en niet echt overtuigd was. Binnen de VLD waren de meningen verdeeld: Verhofstadt was voorstander van de niet-vervolging, terwijl Verwilghen zeer wantrouwig en angstig was. Ook binnen de socialistische partij was er verdeeldheid, waarbij figuren als Louis Tobback zich publiekelijk distantieerden van het beleid.
Harm Reduction en Samenwerking
De kern van het nieuwe beleid was harm reduction, oftewel schadebeperking. In plaats van repressie werd meer nadruk gelegd op samenwerking tussen justitie en de zorgsector. “Drugs bestrijden in de zin van zorgen dat er minder mensen drugsafhankelijk worden, overlast gaan creëren en dergelijke meer, dat doe je niet met ze eventjes op te pakken en in een gevangenis te steken,” stelt Aelvoet. Er werden casemanagers aangesteld om de link tussen justitie en volksgezondheid te versterken, zodat mensen sneller in zorgbegeleiding terecht konden komen.
Gedoogbeleid in Plaats van Legalisering
Ondanks de vooruitstrevende plannen werd er uiteindelijk gekozen voor een voorzichtige koers, waarbij een gedoogbeleid werd ingevoerd in plaats van legalisering. Dit om niet in botsing te komen met internationale verdragen. “Waar we voor zorgen is een vorm van niet-vervolging. Dus we gaan u niet vervolgen indien bepaalde voorwaarden gerespecteerd worden,” legt Aelvoet uit. Deze voorwaarden waren: geen overlast veroorzaken, geen contact met minderjarigen en geen problematisch gebruik. Er werd ook gekeken naar de gezondheidsproblemen van legale drugs, zoals alcohol en tabak, om de drugsproblematiek in een breder perspectief te plaatsen.
Trots en Toekomstvisie
Aelvoet is trots op het feit dat het kabinetswerk door de hele regering aanvaard werd. Ze benadrukt de belangrijke rol van Bries de Ruiver, professor in de Rechten, die de juridische aspecten in detail uitwerkte. Terugkijkend op de periode is Aelvoet ervan overtuigd dat repressie niet de juiste aanpak is. “Als je ziet dat één van de grote kanalen van zwart geld waar wereldwijd allerlei dingen mee uitgespookt worden, dat onder andere drugsgeld is. Dan zeg je in Gods naam: waar zijn we mee bezig?” aldus Aelvoet.
Evaluatie en de Weg Vooruit
Hoewel Aelvoet tevreden is met de stappen die destijds gezet zijn, vindt ze dat een gedoogregeling geen goede eindoplossing is. “Wat mij betreft vind ik dat nu effectief het debat zou moeten opgestart worden rond legalisering, zodanig dat je effectief aan controle kan werken,” stelt Aelvoet. Ze wijst op de positieve ontwikkelingen in landen als Portugal, waar decriminalisering heeft geleid tot betere resultaten. Aelvoet zou opnieuw het terrein verkennen, een parlementaire werkgroep opstarten of gesprekken voeren met andere kabinetten om een volgende stap vooruit te zetten. Ze zou de positieve voorbeelden uit het buitenland benadrukken en opnieuw proberen om binnen de regering een draagvlak te creëren voor verdere hervormingen.