De Digitale Revolutie en Drugscriminaliteit: Steven de Smet Analyseert de Nieuwe Realiteit
In een recente aflevering van de Cannabis Kenners podcast spreekt Steven de Smet, voormalig hoofdcommissaris van de Gentse politie, openhartig over zijn ervaringen met cannabis, het huidige drugsbeleid, en de noodzaak tot legalisering en regulering. De Smet, die sinds 1978 bij de politie werkt, heeft een lange loopbaan achter de rug en heeft diverse functies bekleed, van gerechtelijk werk tot veiligheidsofficier.
Eerste Ervaringen en Confrontaties
Steven de Smet herinnert zich zijn eerste kennismaking met cannabis in 1974 tijdens een concert van Bob Marley in Vorst. Tijdens het concert werd hij benaderd door mensen die joints aanboden, wat een nieuwe ervaring was voor hem. “We liepen rond in Vorst in 1974, en ik werd benaderd door, ik schat, 80% van de aanwezigen. Ineens kwam er een joint uit een zak, en ik wist echt niet wat het was,” aldus De Smet. In die tijd was roken binnenshuis nog toegestaan, en hij zag hoe de sigaretten werden doorgegeven. Hoewel hij zelf niet rookte, vond hij het fenomeen fascinerend en gaf de sigaret door aan zijn buurman. “Toen vertelden ze me dat het marihuana was, mijn eerste contact met de plant,” concludeert hij.
Verschuiving in het Drugslandschap
Door zijn werk bij de politie kwam De Smet in aanraking met cannabis in verschillende contexten, van grote evenementen zoals de Gentse Feesten en I Love Techno tot verkeerscontroles en ongevallen. Hij merkte op dat, hoewel cannabisgebruik aanwezig was, het niet onmiddellijk tot grote problemen leidde. De focus van de zware criminaliteit ligt volgens hem meer op cocaïne. “Het gaat niet meer over pakjes en zakjes, maar over containers vol cocaïne. Ik denk dat dit qua criminaliteit een veel groter probleem is,” zegt De Smet. Hij stelt dat de productie en handel van cannabis, zolang het illegaal is, criminaliteit aantrekt vanwege de enorme winsten die ermee gemoeid zijn.
De Rol van de Politie
De politie in België is verdeeld in 185 lokale zones en een federale politie. De federale politie houdt zich vooral bezig met grootschalige drugsproductie, zoals plantages. Deze plantages vestigen zich vaak in kleinere zones waar minder toezicht is. De lokale politie komt vaker in aanraking met cannabisgebruik door andere tussenkomsten, zoals verkeersongevallen of huiszoekingen. “We hebben het daar straks gehad over verkeersongevallen waarbij iemand onder invloed is,” legt De Smet uit. Hij benadrukt dat de lokale politie zich niet bezighoudt met het internationale circuit van de drugshandel, maar eerder de kleine dealers en gebruikers tegenkomt.
Digitalisering en Criminaliteit
De digitalisering heeft de structuren van de criminaliteit veranderd. Traditionele hiërarchische structuren hebben plaatsgemaakt voor vlakke netwerkstructuren, waardoor het moeilijker is om criminele organisaties aan te pakken. “We leven in een digitaal tijdperk, en de criminele structuren zijn al aangepast aan die realiteit,” zegt De Smet. Hij legt uit dat de politie zich moet aanpassen aan deze nieuwe realiteit door zelf ook netwerkstructuren te vormen. “Om een netwerk te kunnen verslaan, moet je zelf een netwerk vormen,” benadrukt hij. De huidige structuren binnen de politie, waarbij informatie traag door de hiërarchie gaat, zijn niet effectief genoeg om de snelheid en flexibiliteit van de moderne criminaliteit aan te pakken.
Noodzaak tot Legalisering en Regulering
De Smet is een voorstander van het legaliseren en reguleren van cannabis. Hij gelooft dat dit de criminaliteit zou verminderen en de overheid controle zou geven over de kwaliteit en veiligheid van het product. “Zolang het illegaal is, brengt het enorme winsten met zich mee, en dat trekt bepaalde mensen aan om er een business van te maken,” zegt hij. Door legalisering zou de overheid controle kunnen uitoefenen op het product en de veiligheid ervan kunnen waarborgen. Hij benadrukt dat dit een breed maatschappelijk debat vereist, waarbij alle aspecten van de drugsproblematiek eerlijk worden besproken.
Het Falen van de War on Drugs
De “war on drugs” wordt volgens De Smet door politici gebruikt om meer middelen voor politie en justitie vrij te krijgen. Hij vraagt zich af of deze middelen wel effectief worden ingezet en of de huidige aanpak niet juist averechts werkt. “De grote focus ligt nu op cocaïnebestrijding, maar zolang het een totaalpakket van illegale drugs blijft, zal er ook in de marijuanabestrijding worden geïnvesteerd,” legt hij uit. Hij stelt dat de vraag van de consument het aanbod bepaalt en dat de illegaliteit de criminele organisaties in stand houdt.
Wetgeving van 1921
De Smet wijst op de verouderde drugswetgeving uit 1921 en stelt dat deze niet meer relevant is in de huidige context. “Een wetgeving is altijd plaats- en tijdgebonden,” zegt hij. Hij merkt op dat de wetgeving waarschijnlijk een uitloper was van de drooglegging in Amerika in 1920 en de problemen die ontstonden door de industrialisering. In die tijd vluchtten mensen in roesmiddelen, en criminelen zagen hier een kans om winst te maken. De huidige situatie, met een digitale wereld zonder grenzen, vereist een herziening van de wetgeving en een aanpassing van de structuren om de drugsproblematiek effectief aan te pakken.
Breed Maatschappelijk Debat
De Smet pleit voor een breed maatschappelijk debat over de legaliteit van drugs, waarbij alle aspecten eerlijk worden besproken. Hij vindt dat het debat niet alleen over overlast op straat moet gaan, maar ook over de gevaren en de mogelijke voordelen van bepaalde drugs. Hij hekelt de huidige situatie waarbij mensen eerst gecriminaliseerd moeten worden voordat ze geholpen kunnen worden. “Je moet bijna iemand eerst criminaliseren voordat je kan helpen,” zegt hij. Hij vergelijkt dit met alcoholverslaving, gokverslaving en seksverslaving, waarbij mensen niet gecriminaliseerd worden om hulp te krijgen.
De Rol van Preventie
Preventie speelt een cruciale rol in het terugdringen van druggebruik. De Smet merkt op dat het moeilijk is om over drugs te praten met kinderen, omdat alcohol, een legale drug, vaak een positieve connotatie heeft in families. “Kinderen zien wel in de familie dat een legale drug, zoals alcohol, ook leuk kan zijn,” zegt hij. Hij vindt dat preventiecampagnes eerlijker moeten zijn en niet alleen met een belerend vingertje moeten wijzen. “In de huidige maatschappij missen we de mogelijkheid om open over deze zaken te praten,” concludeert hij.
Internationale Aanpak
De Smet benadrukt dat een effectieve aanpak van de drugsproblematiek een internationale aanpak vereist. Hij waarschuwt dat als één land drugs legaliseert, dit kan leiden tot nieuwe vormen van smokkel en criminaliteit. “Het zou al een zeer mooie aanpak zijn als het op Europees niveau gebeurt,” zegt hij. Hij verwijst naar de situatie in Nederland, waar het gedoogbeleid heeft geleid tot nieuwe trafieken en misbruik door criminelen.
Concreet Optreden op Straat
Het optreden van de politie op straat tegen cannabisgebruik is afhankelijk van de situatie. Factoren zoals de locatie, het tijdstip en de houding van de agent spelen een rol. De Smet legt uit dat er een verschil is tussen een actie in een bepaalde buurt waar bekend is dat er gedeald wordt en een normale controle langs de weg. Hij benadrukt dat de omstandigheden altijd bepalend zijn voor het optreden van de politie. Hij bekritiseert de onmiddellijke inning van boetes, omdat dit volgens hem het criminele netwerk in stand houdt. “Uiteindelijk organiseert justitie mee het criminele netwerk,” zegt hij.
Mogelijke Gevolgen van Legalisering
De Smet waarschuwt voor de commercialisering van drugs bij legalisering. Hij vindt dat de fouten die gemaakt zijn met alcohol en tabak, niet herhaald mogen worden. “Zeker geen commercialisatie, want anders krijg je weer de druk naar de gebruiker toe door grote marketingcampagnes,” zegt hij. Hij pleit voor een aanpak waarbij het geld dat bespaard wordt op repressie, geïnvesteerd wordt in preventie. Hij verwijst naar voorbeelden in Portugal en Uruguay, waar drugs via vzw’s worden verstrekt om commercialisering te voorkomen.
Politieke Moed
De Smet stelt dat er politieke moed nodig is om de drugswetgeving te herzien en een nieuw beleid te ontwikkelen. Hij merkt op dat het thema vaak ethisch en moreel beladen is, waardoor politici terughoudend zijn om er openlijk over te spreken. “Er zijn nu eenmaal maatschappijen die daar zeer strikte standpunten in nemen, omdat ze denken dat ze daardoor genoeg kiezers aantrekken,” legt hij uit. Hij is echter van mening dat er binnen alle politieke partijen mensen zijn die anders over de drugsproblematiek denken. Hij pleit ervoor dat het gezondheidsbelang boven het politieke belang gesteld moet worden.