Has Cornelissen over wetenschappelijk onderbouwd drugsbeleid en de vicieuze cirkel van prohibitie
In een recente aflevering van de “Cannabiskenners” podcast sprak ik met Has Cornelissen, een pleitbezorger van een wetenschappelijk onderbouwd drugsbeleid. Cornelissen, die al 27 jaar actief is in het veld, deelt zijn inzichten over de huidige drugsproblematiek, de rol van de politiek, de media, en de noodzaak van een interdisciplinaire aanpak.
De rode draad: Interdisciplinariteit
Cornelissen benadrukt de complexiteit van het drugsbeleid en de noodzaak van een interdisciplinaire aanpak.
“Ik ken geen ander topic dat zo interdisciplinair is als drugsbeleid”.
Volgens hem komen alle disciplines samen in dit onderwerp, wat een eigen faculteit aan universiteiten en HBO-instellingen rechtvaardigt. Hij pleit voor cursussen en mbo-opleidingen om mensen op te leiden in dit brede veld, niet alleen op het gebied van wetshandhaving en abstinentie, maar ook op het gebied van hulpverlening, voorlichting, beleidsvorming en verkoop van middelen op een conforme manier.
De Stichting Legalize! en de start van een beweging
Cornelissen begon zijn carrière als partyorganisator en sloot zich aan bij de stichting Legalize!, die ludieke protesten organiseerde in Amsterdam om Europa te laten weten dat ze van het Nederlandse coffeeshopbeleid moesten afblijven.
“Het werd al snel een internationale beweging met demonstraties door heel de wereld voor legalisering van niet alleen cannabis, maar ook van andere middelen”.
Hij werkte ook voor het Landelijk Steunpunt Druggebruikers en de stichting Drugsbeleid.
Het testen van cannabis en de complexiteit van de wet
Als natuurkundige en via zijn bedrijf Psychotropica houdt Cornelissen zich bezig met het testen van cannabis voor coffeeshops. Hij legt uit dat dit ingewikkeld is, omdat het testen eigenlijk niet mag volgens de wet, omdat het als verwerking gezien kan worden. Toch zijn er manieren om te testen, bijvoorbeeld door middel van near-infrared straling, waarmee de actieve bestanddelen van de cannabisplant kunnen worden geanalyseerd zonder het product te verwerken.
Coffeeshops: Een exportproduct?
Op de vraag of het coffeeshopmodel een exportproduct zou kunnen zijn, antwoordt Cornelissen terughoudend. Hij vindt dat er ruimte moet zijn voor meerdere varianten en verwijst naar de website reguleren.com, waar mensen aan de hand van acht vragen hun favoriete reguleringsmodel voor cannabis kunnen vinden. Hij waarschuwt wel voor de commercialisering die kan leiden tot overmatig gebruik.
De prohibition paradox
Cornelissen is fan van een afbeelding die hij de “prohibition paradox” noemt, een parabool die de drugsproblematiek uitzet tegen verschillende reguleringsmodellen.
“Volledige prohibitie leidt tot ontzettend veel drugsproblematiek. Naarmate je de regulering meer de controle geeft, daalt de problematiek”.
Hij vergelijkt het met sigaretten, waarbij reclame verboden is en grote waarschuwingsteksten worden gebruikt om overmatig gebruik te ontmoedigen.
Leeftijdsgrens en neurologische argumenten
Als natuurkundeleraar op een middelbare school heeft Cornelissen jaarlijks excessen gezien van jongeren die cannabis nuttigen. Hij is voorstander van het optrekken van de leeftijdsgrens naar 21 jaar, omdat de hersenen tot die leeftijd nog in ontwikkeling zijn.
“Op die manier voorkom je in ieder geval dat de middelbare school teveel in aanraking komt met cannabis”.
De Nederlandse handelsgeest en de drugsproblematiek
Volgens Cornelissen is de drugsproblematiek in Nederland groter dan in veel andere landen, met name op het gebied van de handel.
“Nederland is een transporthub en heeft een handelsgeest. Veel handige ondernemers zijn ingestapt in de drugshandel”.
Door halfslachtig beleid in het verleden is het een belangrijk thema geworden in Nederland.
De vicieuze cirkel van repressie
Cornelissen schetst een vicieuze cirkel waarin strengere aanpak van drugs leidt tot meer criminaliteit, waardoor de roep om nog strengere aanpak weer groter wordt.
“Juist dat harder aanpakken veroorzaakt zo ontzettend veel problemen. Het maakt van veel handelaren nog sterkere hyperkapitalisten die daardoor eigenlijk maar één keuze hebben: met nog strakkere hand hun handel gaan verdedigen”.
De Italiaanse aanpak en Mexico als voorbeeld
De Nederlandse minister Yeşilgöz-Zegerius heeft de Italiaanse aanpak omarmd, waarbij grote drugsprocessen online worden gevoerd om mankracht te besparen. Cornelissen vindt Mexico een nog beter voorbeeld, waar de drugscriminaliteit enorm is en wordt gevoed door gigantische sommen geld uit Noord-Amerika.
Belanghebbenden en de betonnen muur
Cornelissen stelt dat er partijen zijn die te winnen hebben bij de oorlog tegen drugs, maar dat het moeilijk te bewijzen is.
“De wetenschap geeft aan wat de weg voorwaarts is, maar heeft nul voet aan de grond in de politieke beleidskeuzes. Het is alsof we tegen een hele rare betonnen muur aan zitten te beuken”.
Leap: Politieagenten tegen de prohibitie
Cornelissen kwam in contact met Leap (Law Enforcement Action Partnership), een beweging van politieagenten die zich uitspreken tegen de prohibitie. Hij organiseerde een lanceringsbijeenkomst in Amsterdam en ontdekte dat er ook binnen de politie steeds meer discussie is over de effectiviteit van het huidige drugsbeleid.
“De betonnen muur zoals ik die altijd heb ervaren, die lijkt steeds meer van glas te worden”.
De rol van de politie en het evalueren van beleid
Cornelissen benadrukt dat het voor politieagenten moeilijk kan zijn om zich uit te spreken tegen het beleid dat ze zelf moeten uitvoeren. Toch is het belangrijk dat ze zich kritisch uitlaten tegenover hun bazen. Hij noemt Peter Muyshondt als voorbeeld van een dappere agent die zich uitspreekt over de problematiek.
Feiten en de reactie van politici
Op de vraag hoe je mensen kunt overtuigen van het feit dat het huidige beleid niet werkt, antwoordt Cornelissen dat de feiten voor zich spreken. Hij haalt een quote van Neil Woods aan:
“Prohibition is the mother of crime”.
Hij erkent dat politici vaak reageren met het argument dat legalisering de problemen niet zal oplossen en dat criminelen wel iets anders zullen vinden.
Het alcoholverbod als voorbeeld
Cornelissen verwijst naar het alcoholverbod in de Verenigde Staten als voorbeeld.
“Door die drooglegging zijn ontzettend veel criminelen in het zadel geholpen. Na afloop van die drooglegging kun je de groep criminelen uit die tijd in drie gelijke groepen verdelen: een groep die met pensioen gaat, een groep die legaal gaat ondernemen, en een groep die op een andere manier crimineel blijft”.
No victim no crime
Een belangrijk gegeven bij middelen is dat er vaak sprake is van “no victim no crime”.
“90% van de consumptie van middelen is probleemloos”.
Hij pleit voor goede voorlichting en een bijsluiter bij middelen.
De politiek en de media
Cornelissen ziet dat de politiek vaak regeert van probleem naar probleem en dat de media een belangrijke rol spelen.
“De politie en de politiek hebben veel mogelijkheden om de media te bespelen met leuke clickbait artikelen. Activisten met weinig budget hebben het daarentegen moeilijk om de media te bereiken”.
Bart de Wever en de cannabisrichting
Cornelissen uit zijn verbazing over het feit dat Bart de Wever de publieke opinie zo richting cannabis heeft kunnen krijgen. Hij verwijst naar de inval bij Trekt uw Plant in Antwerpen en de cocaïneproblematiek in de haven. Hij vindt dat er nooit wordt geëvalueerd wat het drugsbeleid heeft bereikt.
Plutonium als vergelijking
Cornelissen gebruikt plutonium als vergelijking om aan te geven dat sommige middelen nu eenmaal bestaan en dat je er strenge regels voor moet maken.
“We maken hele strenge regels, maken allemaal organisaties die die regels handhaven en we regelen dit. Zo is het voor drugsbeleid ook heel goed denkbaar”.
Heroïne legaal en synthetische cannabis
Cornelissen wijst erop dat heroïne in Nederland al legaal is en dat dit een succesnummer is. Hij stelt dat het verbod op middelen ertoe heeft bijgedragen dat middelen sterker zijn geworden. Hij noemt synthetische cannabis als voorbeeld, een probleem dat in Nederland nauwelijks voorkomt dankzij de legale coffeeshops.
De farmaceutische industrie en MDMA
Cornelissen kan zich voorstellen dat middelen als MDMA in een apotheek verkocht zouden worden. Hij vindt het positief dat de farmacie al een redelijk solide systeem heeft opgebouwd van compliancy. Hij verwijst naar de experimenten met medische MDMA in Amerika en de opening van een fictieve ecstasy winkel in Utrecht.
Durvers en de achterdeur
Cornelissen ziet coffeeshops als durvers en vindt dat het tijd is om de volgende stap te maken en de achterdeur aan te pakken. Hij stelt dat Nederland wordt ingehaald door andere landen op het gebied van cannabisbeleid.
De financiering van de beweging
Cornelissen vindt de financiering van de beweging een moeilijk punt. Subsidie is vaak niet mogelijk en de industrie wordt snel van belangenverstrengeling beschuldigd. Hij ziet veel mensen kruipen die ontzettend hard werken voor een dubbeltje per uur.
Coffeeshops en legalisering
Cornelissen heeft de raarste gesprekken gevoerd met coffeeshophouders over legalisering. Sommigen zeggen dat ze alles mogen legaliseren behalve de wiet, omdat ze er dan nog veel geld mee kunnen verdienen. Hij denkt dat de winsten voor coffeeshophouders minder zouden kunnen worden, maar dat de deelnemende coffeeshops aan het experiment er heel goede zaken mee zullen doen.
Oproep tot actie
Tot slot roept Cornelissen op tot actie en steun voor de beweging.
“Zet wat legaten in op dit onderwerp. Het kwartje wordt 25 keer omgedraaid en zeker goed besteed en valt in vruchtbare bodem en er gaan mooie projecten uit groeien, want het is de enige weg voorwaarts”.