Luc Rombout over drugspreventie, legalisering en de rol van de overheid
In een recente aflevering van de Cannabiskenners podcast sprak ik met Luc Rombout, een ervaren alcohol- en drugscoach en de oprichter van de preventieorganisatie Drugstories. Rombout deelde zijn inzichten over drugspreventie, de legalisering van cannabis en de rol van de overheid in het drugdebat.
Preventie versus voorlichting en sensibilisering
Rombout maakt een duidelijk onderscheid tussen preventie, voorlichting en sensibilisering.
Ik gebruik meestal het woord preventie. Voorlichting klinkt mij een beetje ouwbollig.
Preventie omvat volgens hem meer dan alleen informeren; het gaat ook om het aankaarten van thema’s en het creëren van bewustwording. De aanpak verschilt naargelang de doelgroep.
Als ik voor jongeren spreek, gaat dat vooral over gasten tussen 14 jaar. Dan is eigenlijk elk gebruik van drugs af te raden.
Bij volwassenen, zoals klanten in een coffeeshop, is het belangrijk om hen op de hoogte te brengen van de gevaren van druggebruik, zoals het combineren van drugs of dagelijks gebruik, wat kan leiden tot verslaving.
De grens tussen preventie en informeren
Het is soms moeilijk om de grens te bepalen tussen preventie en informeren. Rombout legt uit dat hij nooit direct tegen jongeren zegt wat ze wel of niet moeten doen.
Dat is een beetje met het vingertje gaan zwaaien, dat werkt als een rode lap op een stier op die leeftijd.
In plaats daarvan legt hij uit dat het grote probleem met ecstasy het feit is dat het illegaal is, waardoor je nooit weet wat er in een pil zit. Hij laat de leerlingen zelf conclusies trekken.
Focus op alcohol, sigaretten en vapen
In zijn preventiewerk richt Rombout zich vooral op alcohol, sigaretten en vapen, omdat de kans het grootst is dat jongeren hiermee in contact komen. Hij begint zijn sessies altijd met de vraag:
Welke drugs ken je?
Afhankelijk van de antwoorden kan hij inschatten wat de leerlingen al weten en waar hij op moet ingaan.
Verschillen tussen ASO en BSO leerlingen
Rombout merkt verschillen op tussen leerlingen in ASO (Algemeen Secundair Onderwijs) en BSO (Beroeps Secundair Onderwijs). ASO-leerlingen zijn slimmer in die zin dat ze minder snel iets zullen zeggen over hun experimenten met drugs, terwijl BSO-leerlingen vaak spontaner zijn. Uit onderzoek blijkt ook dat er meer gerookt wordt in BSO dan in ASO. Daarnaast zitten er in BSO vaak leerlingen die tegen hun goesting in de richting zitten, wat het risico op verslaving kan vergroten.
Legalisering van cannabis: geen invloed op preventie
De legalisering van cannabis zou volgens Rombout niet veel veranderen aan zijn aanpak. Hij zou nog meer de nadruk leggen op het feit dat legaliteit niet betekent dat het product onschadelijk is. Hij legt uit dat er geen logica zit in welke drugs legaal en illegaal zijn.
Er is iets fout met onze wetgeving die we dringend moeten aanpakken.
Het feit dat MDMA illegaal is, maakt het gevaarlijker omdat er geen kwaliteitscontrole is.
De rol van leerkrachten en drugpreventieplannen
Rombout benadrukt het belang van drugpreventieplannen op scholen en de rol van leerkrachten hierin. Hij adviseert scholen om een beroep te doen op lokale preventiewerkers en deel te nemen aan leerlingenbevragingen om een beeld te krijgen van wat er speelt. Daarnaast vraagt hij leerkrachten om anoniem vragen van leerlingen te verzamelen en naar hem toe te sturen, zodat hij zijn sessies kan aanpassen. Hij geeft ook sessies aan leerkrachten en ouders om hen te helpen problematisch gedrag te herkennen en te weten wat ze wel en niet moeten doen.
Signalen van druggebruik en hoe leerkrachten kunnen reageren
Er zijn verschillende signalen waaraan leerkrachten problematisch gedrag kunnen herkennen, zoals slaperigheid, extreme emotiewisselingen of gedragsproblemen. Rombout adviseert leerkrachten om niet meteen te beschuldigen, maar om het problematische gedrag te benoemen en te vragen hoe het met de leerling gaat. Het is belangrijk dat leerkrachten durven reageren en hun bezorgdheid uiten. Daarnaast is het belangrijk om te luisteren naar het verhaal van de leerling en eventueel te overleggen met andere leerkrachten.
Omgaan met een leerling die cannabis gebruikt
Als een leerling bekend dat hij cannabis gebruikt, is het belangrijk om te weten wat je moet doen. Het wettelijk kader zegt dat dit eigenlijk gemeld moet worden aan de politie, maar in de praktijk is dat niet altijd de beste aanpak. Rombout adviseert om in zo’n geval de ouders te verwittigen, maar om de leerling eerst zelf de kans te geven om het aan zijn ouders te vertellen. Het is belangrijk om te denken aan het belang van de jongere en te overwegen of het inschakelen van de politie of ouders de situatie erger zal maken.
Verslaving als symptoom van een dieperliggend probleem
Rombout benadrukt dat verslaving vaak een symptoom is van een dieperliggend probleem. Jongeren vluchten in drugs om met problemen, emoties en stress om te gaan.
Verslaving is eigenlijk een oppervlakkig probleem. Meestal zit er een ander probleem onder.
Daarom is het belangrijk om te kijken naar alternatieven en de oorzaak van het probleem aan te pakken.
Evoluties in het druggebruik en de houding ten opzichte van cannabis
In de 15 jaar dat Rombout in de preventie werkt, zijn er wel bepaalde evoluties geweest. Zo zijn er golfbewegingen in de populariteit van bepaalde drugs, zoals lachgas en snus. Het sigarettengebruik is gedaald, maar het gebruik van sterke drank is toegenomen. De houding ten opzichte van cannabis is wel serieus veranderd.
Er is meer openheid en leerlingen zijn veel meer op de hoogte van wat er gebeurt.
De toekomst van drugregulering en de rol van de overheid
Rombout ziet de legalisering van cannabis als een onvermijdelijke ontwikkeling. Hij vraagt zich af op welke manier we onze jongeren beschermen door het illegaal te houden.
Er zijn heel wat jongeren die cannabis gebruiken. Een product dat niet gecontroleerd is, dat wellicht veel te veel THC en te weinig CBD aan zit, waardoor dat ze meer kans hebben op een psychose.
Hij pleit voor een regulering waarbij de overheid duidelijke communicatie voert en de leeftijdsgrens voor alcohol optrekt naar 18 jaar.
Het economische aspect van regulering
Het economische aspect van regulering is ook interessant, omdat het geld oplevert dat geïnvesteerd kan worden in preventie en hulpverlening. Rombout vindt het afschuwelijk dat momenteel het grootste deel van het budget naar repressie gaat en slechts een klein deel naar preventie.
Eigenlijk zou de overheid mijn werk moeten doen. Ik ben een job aan het doen en scholen betalen daarvoor, terwijl de overheid dat zou moeten doen.
Harm reduction: spuitgebruikruimtes en pildtesting
Rombout staat ook achter harm reduction maatregelen, zoals spuitgebruikruimtes en pildtesting op festivals. Hij begrijpt de argumenten tegen pildtesting, maar vindt dat de prioriteit moet liggen bij het voorkomen van doden.
Het idee van dat als je dat toelaat dat iedereen dan op de bollen gaat vliegen, dat blijkt niet in het buitenland.
Hij ziet pildtesting als een kans om met jongeren in gesprek te gaan over de risico’s van druggebruik en hen te informeren over veiliger gebruik.
De drie M’s: middel, mens en milieu
Rombout introduceert het model van de drie M’s: middel, mens en milieu. Het gaat niet alleen om het middel, maar ook om de persoon die het gebruikt en de context waarin dat gebeurt.
Waarom doet iemand dat? Dat is heel belangrijk. De mensen die ik hier in de praktijk zie, die gebruiken het meer omdat ze het leuk vinden, maar om te vluchten voor problemen, omdat ze zich niet goed voelen.
Normalisering van cannabis en het creëren van een sociale context
Rombout vindt dat cannabis op een bepaalde manier genormaliseerd moet worden door een sociale context te creëren.
Door het illegaal te houden, kan het niet groeien.
Hij vergelijkt het met het kanaliseren van water: je kunt het proberen tegen te houden, maar het is beter om een kanaal te graven en te zeggen:
Hier mag je stromen.
Leren van het buitenland en stap voor stap legaliseren
We kunnen veel leren van het buitenland als het gaat om de regulering van cannabis. Rombout benadrukt dat we het zeker niet moeten commercialiseren en dat we stap voor stap moeten legaliseren.
Je moet wel ergens beginnen met gewoon te zeggen: ‘Nee, het mag niet.’ Maar voor de rest die wel experimenteert, daar komt die boodschap al wat te laat voor.
Het overbrengen van standpunten naar beleidsmakers
Het is belangrijk om standpunten over te brengen naar beleidsmakers, maar dat is niet altijd gemakkelijk vanwege onwetendheid en angst. Rombout en zijn collega’s van Smarton Drugs hebben een memorandum geschreven en gesprekken gevoerd met verschillende politieke partijen om hen bewust te maken van de feiten. Hij gelooft dat jarenlange indoctrinatie ervoor heeft gezorgd dat het moeilijk is om het drugdebat te veranderen, maar hij blijft optimistisch over de toekomst.
De angst voor een gesloten debat na legalisering
Rombout erkent de angst dat het debat gesloten zal worden na de legalisering van cannabis. Daarom is het belangrijk om direct te gaan voor de regulering van alle drugs, waarbij voor elke drug een apart kanaal wordt gecreëerd. Hij benadrukt dat hij het verschil niet ziet tussen een verslaving aan cocaïne of aan alcohol.
Het is niet door iets te verbieden en de oorlog tegen te voeren dat dat het probleem weggaat.
De persoonlijke ervaring als meerwaarde in de hulpverlening
Rombout heeft zelf ook geëxperimenteerd met drugs en hij gelooft dat dat een meerwaarde is in zijn hulpverlening.
Het geeft bij bepaalde jongeren wel een zekere street credibility.
Op die manier krijgt hij de aandacht van de jongeren die hij eigenlijk vooral wil bereiken.
De toekomstvisie: decriminalisering en regulering
Rombout ziet de decriminalisering van cannabis op termijn wel komen, maar hij is minder optimistisch over de decriminalisering van alle drugs. Hij denkt dat de jeugd de regulering van cannabis zeker zal meemaken en dat het belangrijk is om goed na te denken over de manier waarop we dat willen doen, zodat we niet dezelfde fouten maken als met alcohol. Hij droomt van een toekomst waarin het geld dat verdiend wordt met de verkoop van cannabis geïnvesteerd wordt in preventie.