De oneindige sterkte van cannabis
Neuroloog Gert Cypers waarschuwt: “Veel jonge mensen denken dat een keertje experimenteren met cannabis geen kwaad kan, maar de cannabis van vandaag is oneindig veel krachtiger dan die van pakweg dertig of veertig jaar geleden. Idem dito voor de vele synthetische equivalenten die tegenwoordig op de markt zijn.”
Oneindig. Dat is een groot woord. Letterlijk. Want “oneindig” betekent: zonder einde. Oneindig! Niet gewoon sterker. Nee nee. O-N-E-I-N-D-I-G. Dat is ongeveer zoals zeggen dat de regen in België oneindig natter is dan vroeger, of dat de bomma’s soep vroeger oneindig lekkerder was omdat er nog liefde in zat. Komaan Gert, je bent dokter, geen poëet.
Laten we even nuchter kijken: In de jaren 80 bevatte Nederwiet gemiddeld zo’n 5 à 8% THC. Vandaag spreken we over 13 tot 14% bij de populairste wietsoorten volgens het Nederlandse Trimbos-instituut. Ja, dat is een verdubbeling. Soms een verdrievoudiging. Krachtiger, absoluut. Maar “oneindig”?
Toegegeven: er ís een evolutie. Dat komt deels door slimme kwekers met LED-lampen en voeding voor planten die meer krijgen dan de gemiddelde Vlaamse student. Net zoals wijn vandaag meer dan 14% alcohol bevat, terwijl de boerenbrouwsels uit grootvaders tijd eerder tussen de 8 en 10% bengelden. Of zoals koffie vandaag een dubbele shot ristretto is, waar je vroeger een slappe SENSEO mee kreeg die naar karton smaakte.
Maar het komt vooral door de Iron Law of Prohibition. Die zegt in essentie: hoe harder je drugs verbiedt, hoe sterker ze worden. Net zoals alcohol tijdens de drooglegging leidde tot moonshine van 90%, in plaats van een gezellig pintje aan het haardvuur. Verbied je een plant? Dan krijg je geconcentreerde hars. Verbied je dat ook? Dan krijg je THC-olie. En wie nog verder verbiedt, krijgt synthetische cannabinoïden.
Die zogenaamde “synthetische cannabinoïden” waar iedereen het over heeft? Die ontstaan omdat échte wiet illegaal is. Het is zoals wanneer je geen frietketel meer mag gebruiken en mensen dan chips beginnen frituren in hun droogkast. Het resultaat is levensgevaarlijk, maar hé, het is legaal. Waar is de logica? Verbieden we omdat iets gevaarlijk is, of maken we het gevaarlijker door het te verbieden?
En wie zijn trouwens die jonge mensen die denken dat blowen geen kwaad kan? Misschien zijn het dezelfde jonge mensen die een krat Red Bull achteroverslaan, zich volstoppen met energiedrank, snoep en antidepressiva, en dan verbaasd zijn dat ze op hun 23e een burn-out hebben. Wil je jonge mensen écht beschermen? Begin dan met nuance. En met realisme. Want demoniseren maakt wiet alleen maar spannender. En dan krijg je net wat je wilde vermijden: gebruikers die in het geniep roken, zonder kennis van sterkte, dosering of risico’s. En dat, dokter Cypers, is pas écht schadelijk.
Wat dan wél doen? Regel het. Label het. Informeer. Laat mensen kiezen tussen lichte, gemiddelde of sterke cannabis net zoals je nu in de supermarkt kan kiezen tussen cola, cola zero en cola die naar tandpasta smaakt. Geef jongeren realistische informatie, geen paniekzaaierij en bangmakerij. Want angst verkoopt wel kranten, maar maakt geen samenleving gezonder.
Dus, dokter Cypers: ja, cannabis is krachtiger geworden. Maar zo ook onze koffie, wijn, parfums en Instagramfilters. Laten we het beestje een naam geven: evolutie. En geen horrorverhaal dat jongeren wegjaagt van educatie en richting het zwarte circuit stuurt.
Cannabis is krachtiger dan vroeger. Net zoals Netflix verslavender is dan VRT 1 in 1982. Maar “oneindig”? Nee. De oneindigheid die hier speelt, is de eindeloze cyclus van verbieden, verzwijgen en vervolgens verbaasd zijn dat de gevolgen erger worden. Net als de zinloosheid van het huidige drugsbeleid. Oneindig veel geld naar politiecontroles. Oneindig veel jonge mensen met een strafblad omdat ze iets rookten waar je hoofdpijn van krijgt als je het slecht droogt. En oneindig veel dokters die in interviews paniekzaaien in plaats van nuance te brengen.