De kruimels van een ideologische kruistocht
“Een peuter vergiftigd door wiet die op de salontafel lag.” Zo klonk het. Een zinnetje in een dramatisch lijstje van een jeugdmagistraat dat bedoeld was om te choqueren. Cannabis fungeert in dit verhaal niet als een stof, maar wel als een symbool van moreel verval. Want het is niet de chemie die telt, maar de culturele lading.
Om het al maar direct over die chemie te hebben: rauw bevat cannabis vooral THCA, een stof die pas omgezet wordt in psychoactieve THC bij verhitting. Zonder oven, joint of vaporizer word je van een rauw topje niet high. Een kind dat een rauw topje cannabis op eet, is niet eens vergiftigd maar de publieke opinie? Die slikt zonder vragen het hele verhaal. Dát is pas hallucinant.
Het ligt overal: in de kast, in de handtas, in het nachtkastje: Paracetamol. Eén strip van 500 mg-tabletten is genoeg om een jong kind leverfalen te bezorgen. Zo veroorzaakt het middel 56 000 spoedgevallen en 500 doden per jaar in de VS, goed voor de helft van alle leverfalen. Bijna de helft van die overdoses is onbedoeld. In 2022 kregen Amerikaanse antigifcentra 7.000 oproepen over kinderen die een waspod hadden ingeslikt. De gevolgen: braken, ademhalingsproblemen, coma. Maar ook een peuter die een kop koffie leegdrinkt kan symptomen krijgen zoals hartritmestoornissen, oververhitting of toevallen. En de koffiepot? Die staat zelden hoog en droog opgeborgen.
Maar daar spreekt een jeugdmagistraat zelden schande over. Een peuter die zich verslikt in een capsule Ariel wordt beschouwd als een tragisch ongeluk. Een peuter die een cannabisblaadje eet, wordt een bewijs van het morele failliet van de samenleving. De ene situatie is een jammerlijk incident, de andere een ideologische aanklacht. Dat is geen bezorgdheid om kinderwelzijn, dat is selectieve verontwaardiging vermomd als bescherming.
Willen we kinderen écht beschermen, dan moeten we stoppen met deze symbolische kruistocht tegen cannabis. Dan moeten we zaken als edibles reguleren zoals men dat ook doet met alcohol of geneesmiddelen. Dan moeten we inzetten op kindveilige verpakkingen, duidelijke voorlichting en realistische risico-inschattingen, gebaseerd op wetenschap in plaats van sentiment. En vooral: dan moeten we stoppen met elke ouder die cannabis bezit automatisch als onverantwoord of crimineel af te schilderen. Een peuter verdient een goede bescherming, niet politieke symboolstrijd. En wij verdienen een discours dat vertrekt van feiten en niet enkel vanuit de kruimels die de weg markeren van een ideologische kruistocht.